Stadsrekening 2019

Paragrafen

Lokale heffingen

Toelichting per belastingsoort

Onroerende zaakbelasting

De OZB wordt conform wetgeving opgelegd naar een percentage van de WOZ waarde. Voor de WOZ waarde wordt de waarde peildatum van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar gehanteerd. Voor belastingjaar 2019 is deze peildatum dus 1 januari 2018.
In 2019 bedroeg de OZB opbrengst € 82,331 miljoen (2018: € 80,002 miljoen). De opbrengst over belastingjaar 2019 is € 0,3 miljoen  hoger dan het geraamde bedrag van de dynamische begroting (€ 82,058 miljoen). Deze meeropbrengst 2019 is  te verklaren door meeropbrengst OZB niet woningen van € 0,3 miljoen als gevolg van iets hogere WOZ-waarde.

Bij de zomernota 2019  en de nota slotwijziging 2019 is de OZB opbrengst van niet woningen met in totaal € 1,2 miljoen naar beneden bijgesteld in de dynamische begroting 2019. Reden voor deze bijstelling is geweest dat in de Stadsbegroting 2019-2022 de opbrengst mede was gebaseerd op een areaal uitbreiding van niet woningen van € 100 miljoen WOZ-waarde per jaar. Bij de definitieve afsluiting  2019  is er  een voordeel gerealiseerd als gevolg van een doorwerking  uit voorgaande jaren waardoor de OZB opbrengst van niet woningen hoger uitvalt.

In het kader van de herwaardering WOZ 2019 zijn er 138.563 WOZ-beschikkingen afgegeven. Naar aanleiding van deze beschikkingen is er tegen 3.442 WOZ beschikkingen een bezwaarschrift ingediend (exclusief ambtshalve). Procentueel uitgedrukt is er tegen 2,5% (2018: 1,9%) van de opgelegde beschikkingen bezwaar ingediend. Van deze bezwaren is 31% (2018: 23%) geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard. Wij zijn in staat geweest om 98% (2018: 97%) van de WOZ bezwaren in 2019 af te handelen. Van de nog niet afgedane bezwaren was de wettelijke termijn op 31 december 2019 nog niet verlopen, loopt er nog een beroepsprocedure of is in overleg met de belanghebbende besloten het bezwaar aan te houden. De toegewezen bezwaren worden geanalyseerd en op basis van de uitkomsten daarvan wordt beoordeeld of we processen/procedures kunnen aanpassen om deze kwalitatief verder te verbeteren.

De Waarderingskamer heeft aan ons op 6 februari  2019 een goedkeurende verklaring afgegeven, zodat de WOZ-beschikkingen over het belastingjaar 2019, met waardepeildatum 1 januari 2018  afgegeven konden worden aan belanghebbenden.

Opbrengst OZB (belastingjaar 2019)

Bedragen x € 1.000,-

Raming stadsbegroting 2019-2022

83.224

Begrotingsbehandeling

     0

Primitieve begroting 2019

83.224

Zomernota 2019

        -980

Nota slotwijziging 2019

        -186

Overige aanpassingen 2019

0

Dynamische begroting 2019

82.058

Meeropbrengst in Stadsrekening 2019 (belastingjaar 2019)

273

Opbrengst OZB in stadsrekening 2019 (belastingjaar 2019)

82.331

Afvalstoffenheffing

Al met ingang van 2017 is het vaste deel afvalstoffenheffing afgeschaft. Daarmee is deze lastenverschuivingsmaatregel (in 3 jaar tijd vaste deel afvalstoffenheffing verschoven naar de OZB) uit het coalitieakkoord 2014-2018 volledig verwerkt. De gebruikers betalen alleen nog het variabele deel afvalstoffenheffing via de rode of groene huisvuilzak dan wel via de ondergrondse containers. De prijzen 2019 bedragen:

  • voor de rode zak bedraagt € 0,69 (2018: € 0,62);
  • voor de groene zak € 1,09 (2018: € 0,93) en
  • voor elke clic in de ondergrondse container € 1,09 (2018: € 0,93).

Rioolheffing

De belasting wordt geheven bij de eigenaar van een pand, dat is aangesloten op de gemeentelijke riolering of openbaar gemeentewater. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het aangesloten pand. Het tarief 2019 bedraagt 0,0676% van de WOZ-waarde (2018: 0,0812%) voor zowel woningen als niet‐woningen. Per perceel hoeft in belastingjaar 2019 niet meer dan € 6.760 (2018: € 8.120) aan rioolheffing (maximaal belaste WOZ‐waarde voor rioolheffing bedraagt € 10 miljoen) te worden betaald (Dit betreft de zogenaamde ‘aftoppingsgrens’). Alle panden met een waarde van € 10 miljoen of hoger betalen in 2019 dus niet meer rioolheffing dan de genoemde € 6.760. Deze aftoppingsgrens van € 10.000.000 is afkomstig uit het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Samen voor Nijmegen: sociaal, duurzaam en ondernemend’.

Rioolheffing mag maximaal kostendekkend zijn. Kostendekkend betekent dat de opbrengsten de kosten niet mogen overstijgen. Het maximale dekkingspercentage bedraagt daarmee 100%.

Opbrengst Rioolheffing (belastingjaar 2019)

Bedragen x € 1.000,-

Raming stadsbegroting 2019-2022

15.585

Begrotingsbehandeling

0

Primitieve begroting 2019

15.585

Zomernota 2019

0

Nota slotwijziging 2019

0

Overige aanpassingen 2019

0

Dynamische begroting 2019

15.585

Minderopbrengst in Stadsrekening 2019

933

Opbrengst Rioolheffing in stadsrekening 2019 (belastingjaar 2019)

14.652

Lastendruk: vergelijking realisatie 2019 ten opzichte van Stadsbegroting 2019-2022

Onder woonlasten (lastendruk) verstaan we: onroerende zaakbelastingen, afvalstoffen- en rioolheffing. Het zijn belastingen waarmee ieder huishouden en bedrijf in een gemeente jaarlijks mee te maken krijgt.

Onderstaande grafieken geven de werkelijke lasten ten opzichte van de begrote lasten weer ten aanzien van de woonlasten van woningen en de OZB lasten van niet woningen.

Woningen werkelijk 2019 ten opzichte van begroot 2019

Uit bovenstaande figuur blijkt dat de woonlasten voor de eigenaar/bewoner en de verhuurder licht zijn gedaald. De woonlasten voor de huurder zijn gestegen. Dit wordt veroorzaakt door de stijging van de prijzen van rode en groene huisvuilzakken en voor elke clic in  ondergrondse containers in 2019 (afvalstoffenheffing).

Niet-woningen werkelijk 2019 ten opzichte van begroot 2019

Uit bovenstaande figuur blijkt dat de lasten voor de bedrijven licht zijn gedaald.

Parkeerbelasting

Parkeerbelasting wordt geheven in het kader van regulering van parkeren. De gemeentelijke parkeerinkomsten bestaan uit Parkeerbelastingopbrengsten en Privaatrechtelijke opbrengsten. Privaatrechtelijke opbrengsten zijn vooral de opbrengsten die gegenereerd worden op afgesloten parkeerterreinen en parkeergarages. Onze verordening Parkeerbelastingen maakt onderscheid tussen kort parkeren, parkeervergunningen en naheffingsaanslagen.
Om de inflatiecorrectie en het college akkoord samen ad 5,17 % netto te kunnen realiseren hebben wij onder andere de volgende maatregelen uitgevoerd in 2019:

  • De kortparkeertarieven in het centrum met € 0,20 te verhogen naar € 2,90. Dit betekent een stijging van 7,4%.
  • De kortparkeertarieven in de 1ste ring met € 0,10 te verhogen naar € 2,40. Dit betekent een stijging van 4,3%.
  • De kortparkeertarieven in de 2de ring met € 0,10 te verhogen naar € 1,90. Dit betekent een stijging van 5,9%.
  • Het dagtarief voor de niet afgesloten parkeerterrein Wedren te verhogen met € 0,40 naar € 7,90. Dit betekent een stijging van 5,3%
  • De kortparkeertarieven in de parkeergarages in het centrum met € 0,10 te verhogen naar € 2,80. Dit betekent een stijging van 3,7%.
  • De bewonersvergunningen in het centrum te verhogen met € 0,50 per maand naar € 15,00. Dit betekent een stijging van 3%.
  • De bewonersvergunningen in de buitengebieden te verhogen met € 0,30 per maand naar €  13,00. Dit betekent een stijging van 4%.
  • De zakelijke vergunningen centrum (beperkt van Ma – Vrij)te verhogen met € 10,00 per maand. Dit betekent een stijging van 33%
  • De zakelijke vergunningen centrum ( onbeperkt Vna ma – zon) te verhogen met € 15,00 - € 20,00 afhankelijk product type. Dit betekent een stijging van 25% - 30%.
  • De zakelijke vergunningen Buitengebied (beperkt van Ma – Vrij)te verhogen met € 10,00 per maand. Dit betekent een stijging van 33%
  • De zakelijke vergunningen Buitengebied (onbeperkt van Ma – zon)te verhogen met € 10,00 per maand. Dit betekent een stijging van 33%
  • De zakelijke abonnementen (beperkt) in de parkeergarages te verhogen met € 15,00 per maand. Dit betekent een stijging van 30%.
  • De zakelijke abonnementen (onbeperkt) in de parkeergarages te verhogen met € 20,00 per maand. Dit betekent een stijging van 25%.
  • De bezoekersvergunningen te verhogen met € 0,05 per uur. Dit betekent een stijging van 25%.
  • De mantelzorg vergunningen als apart product op te nemen en het tarief vast te stellen op € 0,20 per uur en niet te verhogen.

Precariobelasting

Precariobelasting wordt in rekening gebracht bij degene die bepaalde voorwerpen op, onder of boven de voor openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft. De grondslag is het aantal vierkante meters dat in gebruik is. Het aantal vierkante meters maal het tarief bepaalt de te innen belasting. De opbrengst precariobelasting is onder andere afhankelijk van het aantal evenementen dat plaats vindt. Ook wordt precario geheven over het gebruik van gemeentegrond door bijvoorbeeld aannemers bij bouwactiviteiten en het gebruik van terrassen op gemeentegrond.

Hondenbelasting

Hondenbelasting is een algemene belasting voor het houden van 1 of meer honden. Er hoeft dus geen relatie te bestaan tussen de kosten van bijvoorbeeld uitlaatplaatsen of perceptiekosten en de opbrengst. De grondslag is het aantal honden dat een houder heeft. Bij het vaststellen van de hondenbelasting wordt een progressief tarief gehanteerd.

Marktgelden

De marktgeldverordening is gekoppeld aan de marktverordening. Hierin is o.a. opgenomen welke terreinen zijn aangewezen voor het houden van markten en op welke dagen de markten worden gehouden. De marktgeldverordening regelt dat de gebruiker van die terreinen een recht verschuldigd is gedurende de uren dat er markt is. De tarieven in de marktgeldverordening worden berekend per kraam, per strekkende meter. Er is een tariefdifferentiatie opgenomen die aansluit bij het aantal uren dat de markt open is. Ook het tarief voor markten waar een marktorganisatievergunning voor is afgegeven worden, gedurende de in de organisatievergunning opgenomen periode, per marktplaats per vierkante meter berekend.

Toeristenbelasting

Toeristenbelasting kan worden geheven indien er binnen de gemeente verblijf gehouden wordt door personen die niet als inwoner In de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente zijn ingeschreven.
De toeristenbelasting wordt achteraf geheven. De toeristenbelasting is pas verschuldigd als daadwerkelijke overnachting heeft plaats gevonden. Heffing van de toeristenbelasting vindt plaats op 1 januari. Op het tarief vindt een jaarlijkse indexering plaats. Een veelvoud van de jaarlijks ontvangen toeristenbelasting wordt door de gemeente jaarlijks geïnvesteerd in de toeristische sector. Daarbij gaat het naast het promoten van de stad, om investeringen in de binnenstad die erop gericht zijn meer bezoekers naar de stad te trekken.

Overige leges en rechten

Uitgangspunt in onze gemeente is dat de leges, rechten en tarieven maximaal kostendekkend zijn. Dit wil zeggen dat de op de belastingplichtige te verhalen kosten in de tarieven dienen te worden opgenomen. Hiertoe wordt de gemeentelijke richtlijn Kostentoerekening leges en tarieven gehanteerd. Onze tarieven worden planmatig aan de hand van deze richtlijn getoetst. De kostendekkendheid van gemeentelijke leges is dynamisch. Veranderingen in de gemeentelijke organisatie en/of processen dan wel aanpassing van de legestarieven hebben gevolgen voor de kostendekkendheid. Op dit moment voldoen wij met de huidige kostendekkendheid aan de opbrengstennorm van artikel 229b van de Gemeentewet.
Nijmegen kent een vijftal verordeningen waarbij de regel geldt dat de geraamde baten niet hoger mogen zijn dan de geraamde kosten. Dit zijn de verordeningen rioolheffing, marktgelden, leges, scheepvaartrechten en de reinigingsheffing.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 03/31/2021 13:59:59 met de export van 05/01/2020 10:41:49