Wat heeft het gekost?
bedragen x € 1 mln | |||||
Onderwijs | Begroting 2019 primitief | Begroting 2019 na wijziging | Rekening 2019 | Verschil | |
Saldo van lasten en baten | |||||
4.1 Openbaar basisonderwijs | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | V |
4.2 Onderwijshuisvesting | 17,1 | 16,2 | 16,0 | 0,2 | V |
4.3 Onderwijsbeleid en leerlingenzk. | 8,5 | 7,4 | 6,7 | 0,7 | V |
25,6 | 23,6 | 22,7 | 0,9 | V | |
V=voordeel; N=nadeel |
Aan het programma Onderwijs geven we per saldo € 22,7 miljoen uit. Het grootste deel hiervan gaat naar het taakveld Onderwijshuisvesting (€ 16 miljoen).
Ten opzichte van de reeds genomen raadsbesluiten, de dynamische begroting, is er € 0,9 miljoen (4%) minder uitgegeven. Dit voordeel komt voornamelijk door een positief resultaat op de uitvoeringskosten (€ 505.000), en de onderdelen Peuterwerk (€ 90.000) en OAB (€ 135.000). Het resultaat op de uitvoeringskosten lichten we centraal toe. Verder is er een klein voordeel op het taakveld Onderwijshuisvesting (€ 70.000) en een voordeel op het onderdeel Volwasseneneducatie (€ 50.000).
Bij de Nota Slotwijzigingen hebben we het grootste deel van het verwachte voordeel op de onderdelen Peuterwerk en OAB al gemeld. Dit voordeel in 2019 wordt veroorzaakt door een naar boven bijgestelde beschikking van het Rijk en lagere vaststellingen van subsidies 2018. Daarnaast is 2019 een overgangsjaar: we bereiden ons voor op de uitbreiding van onze wettelijke taak op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit zal vanaf 2020 extra kosten met zich meebrengen.
Het verschil tussen de primitieve begroting en de dynamische begroting is hierboven toegelicht bij Begrotingswijzigingen.